De 7 leiderschapsdilemma’s in circulaire besluitvorming

Door: Petra Hendriksen en Tjibbe Winkler

Datum: Oktober 2022

Tjibbe Winkler Director at GIDO Stichting, Programmamanager GCA, Programmamanager Bruggencampus Flevoland, Co-founder PRM International

Tjibbe zit al klaar als ik de Teams-call opstart. Vorige week hadden we een gesprek over de websitepagina en brochure Circulair Leiderschap en onze blog over Leiderschapsdilemma’s. Ter introductie van zijn manier van denken liet hij me een presentatie zien die hij vaak gebruikt om te laten zien wat Grondstoffen Collectief Nederland doet in het adresseren van circulaire ambities. Vooral bij één slide stonden we regelmatig en vaak wat langer stil.

Besluitvorming eerst

Het is niet de allermooiste slide en ook niet meteen heel intuïtief, of zelfverklarend. Maar met zijn verhaal erbij blijkt hier een wereld achter te zitten, want aan het eind van het gesprek blijkt zijn verhaal heel relevant te zijn in het beoordelen van onze vorige blog over Leiderschapsdilemma’s in de Bio-based Bouwketen. “Je hebt heel mooi de dilemma’s beschreven die we tegenkomen bij het maken van de omslag van circulaire intentie naar circulaire realisatie. Maar daarbij ga je voorbij aan de stap die ervoor komt: de circulaire besluitvorming en het samenspel hierin tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Die staat bovenin het plaatje beschreven. Eigenlijk zou je een stap terug moeten zetten.”, zegt hij. Stiekem moet ik even slikken, want ik ga vooral over het realiseren van intenties en heb maar weinig kaas gegeten en beeld bij het besluitvormingsproces binnen gemeenten. “Nou, laten we daar dan ook een blog over schrijven’, bied ik aan. “Laten we volgende week een nieuwe afspraak maken, waarin jij jouw ervaringen deelt vanuit de Bruggencampus op de Floriade en vanuit Grondstoffen Collectief Almere en Nederland. Ik bevraag je en probeer het op een begrijpelijke manier op te schrijven.”

Dat was vorige week en nu zitten we dus weer online tegenover elkaar. De bedoeling is een korte en toegankelijke blog over de besluitvormingsdilemma’s, maar Tjibbe zit zo vol met kennis en ervaring op dit gebied dat we besluiten aan de lezer over te laten wat ze wel en niet willen lezen en de inhoud van het hele gesprek in de blog weergeven. Ook omdat ik zelf merk dat ik het erg prettig vind om Tjibbe een beetje te leren kennen, zijn denkkaders te begrijpen en iets van de context van zijn circulaire ervaringen mee te krijgen. Daarmee worden de dilemma’s die hij beschrijft een stuk toegankelijker en beeldender.

Een voorbeeld: cementloze bruggen op de Floriade

Het is heel fijn dat Tjibbe overloopt van de concrete voorbeelden. Het gaat bijvoorbeeld niet alleen om het gebruik van bermgras wat in de gemeenten gemaaid wordt om isolatiemateriaal voor de bouw te maken, of patatbakjes voor Zwarte Cross. Die voorbeelden heb ik in de samenwerking met Arne Eindhoven en Richard Liebrechts, de collega’s van Tjibbe in GCN, vak gehoord. De voorbeelden van Tjibbe gaan vaker over constructies, zoals huizen en bruggen. Bijvoorbeeld de bio-based bruggen gemaakt met onder andere vlasvezels, zoals ze op de Floriade hebben gedaan. In dit soort constructies wordt cement vaak gebruikt als een binder, maar hars is ook een binder die gebruikt kan worden voor deze bruggen. Bij het gebruik hiervan voor de bruggen liepen ze tegen allerlei dilemma’s aan in de besluitvorming, van vergunningsverlening tot inspectie. Prettig om de context een beetje te leren begrijpen vanuit zijn ervaringen in circulaire initiatieven. Zo langzamerhand komen we terecht op de besluitvormingsdilemma’s die hij is tegengekomen in circulair leiderschap. Dus ik vraag: “Wat zijn nou eigenlijk de belangrijkste dilemma’s waar je tegenaan bent gelopen?“.

De 7 circulaire besluitvormingsdilemma’s

Ook hiervoor verwijst hij naar een plaatje in zijn presentatie.

“De dilemma’s hebben vaak te maken met de thema’s en instrumentarium, de blauwe blokjes”, zo stelt hij. “Oei, dat zijn er dan een stuk of 15”, reken ik snel even uit. Dat lijkt me wel een beetje veel en complex worden. Maar hij stelt me gerust, “Een aantal thema’s hangen met elkaar samen, dus laten we er een paar belangrijke uitlichten”.

  1. Areaal management dilemma
    Weten we eigenlijk wel wat we aan materialen in huis hebben, wat op enig moment als reststroom vrij gaat komen? Dan hebben we het over Urban Mining. Aan de basis daarvan staat bijvoorbeeld hoeveel straatklinkers hebben we in een wijk, of als we ergens gaan renoveren welke materialen komen er dan vrij? Dat zou in bestekken moeten zitten, maar het is nogal een hele toer omdat allemaal goed vast te leggen. De aannemer levert een bestek aan, vaak in PDF of in een Excelsheet, maar er is nooit over nagedacht om die informatie te gebruiken om in de toekomst te kijken wat je met de informatie over materialen van een wijk kunt doen. Zo zie je bijvoorbeeld dat er bruggen worden afgebroken, omdat er bijvoorbeeld zwaarder verkeer overheen moet kunnen. Maar je zou ook kunnen kijken of die brug elders toegepast kan worden, waar die eisen er niet aan worden gesteld.
  2. Materiaal-risico-dilemma
    Wat weten we van de materialen in alle onderdelen van het besluitvormings -en inspectieproces? In Op de Floriade werden voor de bruggen geen cement gebruikt maar hars, 25% biohars en 75% syntethisch hars. Het gebruik van hars als materiaal is heel nieuw voor mensen, dus dat brengt onzekerheden en dus risico’s met zich mee. Er zijn 100 sensoren in gedaan, om te meten hoe de brug zich houdt onder verschillende weersomstandigheden of hoeveelheden mensen die over de brug lopen. Wat leren we daarvan voor een volgende stap? Bijvoorbeeld door het toepassen van het materiaal in andere constructies en verhogen van het percentage biohars? Maar we leren er ook van dat we op een andere manier met risico’s kunnen omgaan, want door datasturing kunnen we ook op risico’s sturen. Dat vraagt dan ook dat regels op een heel andere manier in elkaar moeten zitten. Je gaat niet de risico’s afdekken door voor de bekende en zekere materialen te kiezen, zoals het traditionele beton, maar je bent bereid andere materialen te overwegen en meer data-gestuurd de risico’s te managen door monitoring gedurende het gebruik in  plaats van vooraf, of met inspecties achteraf. In de overgangsfase naar nieuwe materialen zit er altijd een onzekere factor, want je weet nog niet alles. Ieder vanuit zijn eigen rol moeten leren om daar anders mee om te gaan.
  3. Aanbesteding en contractering-dilemma
    Welke eisen stel je in het kader van een aanbesteding? Neem je als eis op dat reststromen uit de stad/gemeente meegenomen moeten worden in nieuwe ontwikkelingen? En stel je doet dat, snap je dan ook echt goed wat er in de hele keten nodig is om bijvoorbeeld biobased te kunnen aanbieden: of iets ook een haalbare kaart is. Niet alleen theoretisch mogelijk, omdat dit in een pilot is bewezen, maar bijvoorbeeld niet realiseerbaar omdat er nog geen aanbieders zijn die dit op schaal kunnen leveren. En ben je als gemeente in staat om met alle spelers in de keten dit soort vragen uit te zetten en hierover afspraken te gaan laten ontstaan? Welke rol zien gemeenten hierin voor zichzelf als aanjager in de die ketens?
  4. Circulaire ontwerp-dilemma
    Hoe ontwerp je op basis van materialen die er zijn, in plaats van het eindplaatje van wat het idealiter zou moeten komen? Stel, je weet dat er volgend jaar ergens een brug vrij komt die je zou kunnen gebruiken, ga je dan van voor af aan een nieuwe brug ontwerpen, of neem je de bestaande brug als uitgangspunt en ga je kijken hoe deze toegepast kan worden op de vraag die er is om mensen over een stuk water te laten komen. Vaak zijn het de aannemers die een gebiedsontwikkelingproject hebben gewonnen. Daar komt vaak een architect bij kijken, die gaat kijken naar de functionele en technische specificaties. Maar hoe ga je dan als gemeente met dat proces om en welke rol zie je dan voor jezelf? Dat ligt dan vaak bij de aannemer, maar wij bepleiten om dit in de interactie tussen gemeente en aannemer te laten plaatsvinden, zodat de mogelijkheden vanuit de gemeente met reststromen en materialen meegenomen gaan worden. En zit er ook een cradle-to-dradle gedachte achter dat huizen en wegen en bruggen en andere gebouwen zo ontworpen dat ze op termijn weer ontmanteld kunnen worden voor hergebruik, in plaats van met asbest en purschuim. Hoe ga je het zo ontwerpen dat ze bijna als een lego-achtige manier uit elkaar te halen zijn voor hergebruik.
  5. Regionale Reststromen-dilemma
    Hoe krijg je informatie over reststromen uit andere gemeenten breed beschikbaar, maar mooier nog, niet alleen van gemeenten, maar van alle partijen die reststromen produceren. Een landelijk platform met informatie over reststromen, een soort Marktplaats wat vraag en aanbod bij elkaar brengt. Er is bijvoorbeeld een bruggenbank, waarin bruggen worden aangeboden. Nu nog vaak schattige, kleinschalige pilot-initiatieven, maar die zouden inmiddels wel een steviger fundament en toepassing verdienen. Dat zou in een publiek-private samenwerking moeten zijn, gestimuleerd en opgezet worden met een investering die deels vanuit de rijksoverheid kan komen, maar die zichzelf op termijn wel zelfstandig moet kunnen bedruipen, waardoor het ook een terugverdienmodel zou kunnen zijn voor de rijksoverheid met dividenden die uit deze investering terugkomen. Oftewel, vanuit een fondsachtig initiatief.
  6. Ontmanteling-bestaand-dilemma
    Als voorbeeld voor dit dilemma gebruikt Tjibbe de A27-loopbrug die Dura Vermeer voor RWS heeft afgebroken. Dura Vermeer kwam bij de Floriade om te vragen of ze er daar wat mee zouden kunnen. Tijdens dit proces kwamen ze erachter dat de brug niet zo in elkaar is gezet dat ze het ook weer makkelijk konden afbreken. Dat geldt voor veel constructies. Waar loop je dan tegenaan? Het gaat vooral mis bij de verbindingen die lastig uit elkaar te halen zijn, of die bij ontmanteling schade veroorzaken, of waardoor teveel verschillende materialen bij elkaar terecht komen. Teer en asbest zijn bijvoorbeeld materialen die de ontmanteling voor problemen zorgen. Een ander voorbeeld is mest en mestverwerking: poep en plas apart zijn prima te verwerken, maar bij elkaar is dat lastiger. Vooral kennisontwikkeling hierover is van belang, vaak gaat het dan om technische kennis. En is ook een nieuwe rol die gemeenten en aannemers zouden moeten overwegen: de uit-elkaar-haler. Dat vraagt van het hele systeem om oprecht circulair denken: soms ook aan de achterkant te beginnen met denken wat kunnen we hiermee als we ermee klaar zijn en hoe halen we het dan uit elkaar. Het komt bij een heleboel mensen en op verschillende bordjes terecht. Die mensen hebben én de kennis nodig én moeten in staat zijn om dit toe te passen in hun werk. Dat brengt ons op het laatste dilemma.
  7. Circulair leren-dilemma
    Het begint in ieder geval met het besef hoe dit alle mensen in de gemeenten en in de rest van de ketens raken. Wat vraagt dit aan denkvermogen, kennis, toepassingsvaardigheden en samenwerkingskills om de dilemma’s die je in de keten tegenkomt samen op te lossen? Dat moet zowel top down als bottom up aangevlogen worden. De wethouders die de besluiten voorbereiden, de raad die de besluiten neemt, de gemeentesecretaris die moet zorgen dat de organisatie de besluiten uitvoert en de management teams en professionals die zorgdragen voor de uitvoering. Wie zou wat moeten weten en kunnen? Het zijn nu nog de enthousiastelingen die op vrijwillige basis en vanuit de eigen overtuiging de kennis en kunde ontwikkelen. Er is vaak nog geen breed gedragen beeld van welke andere mensen in de organisaties en ketens welke kennis en kunde nodig hebben. Er wordt heel veel langs elkaar heen gewerkt, door allerlei partijen die zich landelijk hierover buigen, met een grote versnippering van initiatieven. Platform31, Building Balance, Cirkelstad, Bouwcampus, CROW, Bouwend Nederland, en allerlei andere meer regionale clubs die voor hun achterban of thema waar ze voor staan om iets willen betekenen. We proberen juist als Grondstoffen Collectief Nederland dit soort initiatieven in kaart te krijgen om in samenwerking meer beweging tot stand te brengen. Niemand heeft de heilige graal, maar samen is er heel veel mogelijk. En die kennis en kunde is enerzijds nodig om de effecten van de maatregelen te zien en door te rekenen, zodat er over besloten kan worden. Anderzijds is die kennis en kunde ook nodig om op zorgvuldige en haalbare manier de besluiten te realiseren.

Het vervolg: samen leren voor circulaire besluitvorming

Kijk, dan is het cirkeltje weer rond: eerst circulaire besluitvorming en dan realisatie. Of is het juist circulair en starten we aan de achterkant: iets wat al is gerealiseerd of uitgeprobeerd wat kan worden gebruikt als input voor besluitvorming? We praten inmiddels veel langer dan we hadden gepland. Tjibbe is al laat voor zijn volgende afspraak, dus ik beloof om de kramp in mijn hand te trotseren en chocola proberen te maken van mijn aantekeningen over alle waardevolle inzichten die hij heeft gedeeld. Ben ook heel benieuwd of andere mensen die betrokken zijn bij duurzame en circulaire keten-initiatieven vanuit of met gemeenten deze dilemma’s herkennen. We gaan het ontdekken in onze volgende leergang Circulair Leiderschap op 8 december, waarin we deze dilemma’s inbrengen en bespreken. De kennis en ervaring van Grondstoffen Collectief Nederland met de leerpunten uit circulaire initiatieven en innovatie staan hierin centraal, naast leiderschap en persoonlijk leiderschap in de ketens. Want alleen als we kennis en kunde bundelen in nieuwe combinaties komen we stappen verder: eerst in de circulaire besluitvorming en dan in de realisatie!